Wethouder wil geen museumcollectie in depot houden

Zoetermeer - Museum De Voorde heeft het transitieplan Doornroosje ontwikkeld. Hierbij wordt de collectie van het museum in een depot opgeslagen tot er hopelijk in de toekomst een mogelijkheid is om het weer voor Zoetermeer tentoon te stellen. Verantwoordelijk wethouder Blansjaar voelt hier echter niets voor.

Door Hélène Ouwerkerk

“Ons voorstel aan het college van B&W is dat de museale stichting blijft bestaan als geregistreerd museum en de volledige museale collectie in professioneel beheer blijft behouden voor toekomstige generaties Zoetermeerders”, vertelt interim-directeur Hans van de Bunte. “Voordeel is dat we hiermee cherry picking door andere musea voorkomen en de Zoetermeerse collectie bij elkaar blijft.”

Museum De Voorde heeft het plan aangeboden aan het college van B&W. Maar wethouder Blansjaar (cultuur) voelt niks voor het plan. “Het college vindt het transitieplan van Museum De Voorde in de voorgestelde vorm niet haalbaar. Het voorstel kost €150.000 op jaarbasis, waar de stad niets tastbaars voor terug ontvangt. De collectie gaat in een depot, afwachtend op ‘betere tijden’. De collectie is vanuit dit scenario niet fysiek zichtbaar voor de stad”, laat Blansjaar weten. De wethouder blijft van mening dat een groot deel van de historische erfgoedcollectie terug moet worden geschonken aan HGOS.

Raadslid Rob Duiven (VVD) had eerder al vragen gesteld over de toekomst van de collectie van Museum De Voorde. “Ik constateer met genoegen dat het bestuur en Raad van Toezicht van museum De Voorde nu actief meedenkt over de wijze waarop de collectie van objecten van het Zoetermeerse erfgoed bij elkaar kan blijven. Ook positief vind ik dat nadrukkelijk aandacht wordt besteed aan de mogelijkheden tot (digitale) cultuureducatie. Het in kaart brengen hoe het aanbieden van erfgoededucatie kan worden behouden is daarom ook terecht expliciet onderdeel van de opdracht die het college van de raad heeft meegekregen. Het belang van erfgoededucatie is ook afgelopen zondag nog eens benadrukt in het slotdebat DNA Zoetermeer”, laat Duiven weten. Hij geeft aan dat hij benieuwd is naar de afwegingen van het college om dit plan niet te omarmen. “Ik ben echter even benieuwd of er meer opties op tafel lagen en liggen om de collectie van Zoetermeers erfgoed van museum De Voorde voor Zoetermeer en haar inwoners te behouden. Elk van de plannen zal zijn voors en tegens hebben, inclusief de financiële plaatjes. Het Doornroosje-plan kost bijvoorbeeld structureel € 150.000 per jaar. Dat is voor het passief beheer een fors bedrag. Maar ik verwacht duidelijkheid hierover.”
Ook Walter Steenis van GroenLinks heeft het plan gezien. “Het is jammer dat het college deze informatie niet direct gedeeld heeft met de raad. Dat had eenvoudig in een memo gekund, desnoods gelijk met de onderbouwing waarom ze dit voorstel niet zien zitten. Dan hadden de fracties dat zelf kunnen beoordelen en al dan niet vragen stellen of een debat erover aanvragen. Dus naar onze mening een gemiste kans van het college. Inmiddels hebben alle fracties het alsnog ontvangen. Rechtstreeks van het museum, wat gelijk extra ruis geeft in de communicatie omdat het college zich gepasseerd voelt. Deze ruis in de communicatie is ongewenst en wil je liever voorkomen”,geeft hij aan.Over de inhoud zegt hij: “Voor GroenLinks Zoetermeer is het belangrijk dat de collectie behouden blijft. Een collectie die door sommige wordt omschreven als ‘oude meuk’, Voor ons is de collectie wel waardevol en dan vooral door de verhalen erachter, van de schenker, want op die manier ontstaat geschiedenis en dat vormt de indentiteit van Zoetermeer. Een unieke stad, met de snelle groei als new town, ontstond een uniek karakter. Belangrijk daarbij is dat de collectie, hoe beperkt ook, toegankelijk is voor Zoetermeerders. Desnoods enkele dagen per jaar, in de vorm van wisselende minicollecties op verschillende publiek toegankelijke locaties in de stad, in digitale vorm of als lesmateriaal om op scholen te gebruiken. Op die manier kunnen we de identiteit van de stad levendig en kunnen we die doorgeven aan volgende generaties. “