Vrouwelijke grote wolbij op een bloeiwijze van klein streepzaad. (foto: Pieter van Breugel)
Vrouwelijke grote wolbij op een bloeiwijze van klein streepzaad. (foto: Pieter van Breugel)

Grote wolbij aan het werk

Actueel

Wolbijen zijn solitair levende wilde bijen. Vrouwelijke wolbijen maken, ieder voor zich, een nestje in een holletje, dat ze met veel zorg inrichten als ‘babykamer’ voor hun nageslacht.

Ruim vijftien jaar geleden ontdekte ik grote wolbijen in onze tuin. In eerste instantie vielen de mannetjes me op, vanwege hun zweefvlieg-achtige manier van vliegen en hun daadkrachtige optreden. Ze patrouilleerden in juni rond de paarse bloemen van de betonie en stortten zich op alle andere insecten die het waagden de bloemen te bezoeken. Grote hommels werden zonder pardon tegen de grond gekwakt. De kleinere, vrouwelijke wolbijen werden resoluut vastgegrepen en bevrucht. Ze bezochten niet elk jaar onze tuin en hooguit enkele weken in juni en juli. De laatste jaren zie ik zelden wolbijen in de tuin. Dat zou kunnen komen omdat onze betonie tegenwoordig teveel in de schaduw staat van de flink gegroeide krentenboom en pas in juli bloeit. Andere bloeiende planten in onze tuin worden door de wolbijen genegeerd, want ze verzamelen uitsluitend nectar van enkele uitverkoren plantensoorten. Wolbijen hebben niet alleen specifieke nectarplanten nodig voor hun voortbestaan. In hun leefomgeving moeten ook behaarde planten groeien, waarvan de vrouwtjes wollige plantenharen kunnen schrapen. Ze maken er kleine bolletjes wol van waarmee ze hun nestjes stofferen. Aan deze gewoonte ontlenen deze bijen hun naam. Speciaal voor de vrouwtjes heb ik viltig behaarde planten in onze tuin geplant, zoals: ezelsoren en zilverblad. Eenmaal heb ik gezien dat een vrouwtje de haren van de stengels van zilverblad meenam. Dit jaar betrapte ik eind juni een ijverig wolbijvrouwtje, dat iets verzamelde op de harige stengels van oranje havikskruid. De lange haren van havikskruid zijn niet wollig en ze liet de haren ongemoeid. Toen ik beter keek zag ik dat er bladluizen zaten op de bovenste delen van de bloeiwijze. Van honingbijen weet ik dat ze honing kunnen maken van de honingdauw die bladluizen afscheiden. Zouden wolbijvrouwtjes honingdauw van bladluizen oplikken? Ik vraag het aan bijenkenner Pieter van Breugel. Zijn reactie: “Het gedrag dat je hebt gezien is bekend van de vrouwtjes van de grote wolbij. Ze verzamelen de heel kleine oliedruppeltjes die bij dergelijke composieten aan het uiteinde van de klierhaartjes van de bloemhoofdomwindsels en stengels zitten. Ze gebruiken die olie om die bij de nestbouw te verwerken in de ‘wol’ die ze van planten schrapen. Het zou antibacterieel kunnen werken of misschien wel als een fungicide.”