Na regen komt zonneschijn

Het is maandag, mijn roostervrije dag, ik ben dan thuis, in mijn pyjama, deze dag lekker in de hangmat. Ik zorg dat het juiste kussentje in mijn nek ligt, koffie en een muziekje erbij. Prima plek om deze column op te schrijven. Op zoek naar inspiratie kijk ik mijmerend om me heen. Mijn oog valt op de pergola met daarom heen verstrengeld de rozenstruik die al voorzichtig zijn kleine, roze rozenbloemetjes laat zien. Ik weet nog dat de pergola geplaatst werd, de tuin werd opgehoogd en ik had ideeën in mijn hoofd van zo’n pergola met daaromheen die rozenstruiken. Twee zelfs. De ene rode rozenstruik zou aan de linkerpoot beginnen en de andere, de klein bloemige roze, aan de andere kant. Ze zouden elkaar dan halverwege, bovenin ontmoeten als ze in de loop der jaren verder zouden groeien. Allebei begonnen als klein struikje met een paar takjes van maar 40 centimeter hoog.

Maar het zou heel anders gaan. De rode bleef achter in de groei, werd kaalgevreten door de slakken, had allerlei soorten luis en gedoe en gaf maar één keer per jaar twee, soms drie schamele bloemen. Die waren dan ook wel van een zeldzame schoonheid, diepwarm rood fluweel en trokken alle aandacht in de tuin. De andere roos daarentegen groeide zich het schompes. Bloeide soms wel twee keer per jaar en had al gauw hele dikke stammen en liet zich makkelijk over de hele pergola leidden. Daar beschermden de takken al diverse merelnestjes, bood hij een afdakje aan de voederplek met de potten vogelpindakaas en gaf schaduw aan het nestkastje van de pimpelmeesjes. De doornen zorgden ervoor dat de katten er niet bij konden.

Onderaan van de voet van die roos ligt de vierkante gedenksteen van mijn lief. Een beetje overwoekerd door de takken van de roos en de afgevallen bloesemblaadjes van de kers en wat gras tussen de voegen. Ik heb nog steeds dat ik wil zeggen: “Moet je kijken hoe mooi de roos weer aan het worden is. En wat blijft het bijzonder dat de ene roos niet groeit en de andere zo welig tiert.”

Tot ik zelf tot de conclusie kom dat wat ik zie in de tuin een weergave is van ons leven. Ik kijk op en zie ineens de wolken, er komt een onweersbui van jewelste aan. Over een uur schijnt de zon weer. Gelukkig maar en ook fijn voor de rozen.