Gele stamjager, tekst en foto: Rob Schouten.
Gele stamjager, tekst en foto: Rob Schouten.

Zoetermeer – In deze rubriek laten diverse experts uit de natuurwereld hun licht schijnen op leuke, bijzondere natuurweetjes. Deze week de egel. IVN-er Rob Schouten is gek op insecten spotten en op naam brengen.

Een bijzonder beestje

Mijn stadstuintje heb ik de afgelopen ‘coronatijd' omgevormd tot mijn privé-safariparkje. Alle insecten die ik er tegenkom, probeer ik op de foto te zetten. Dat zijn inmiddels honderden soorten. Nooit geweten dat zoveel soorten mijn tuintje bezochten.
Een grote roofvlieg daalde op een laurierblad. Foto gemaakt en op waarneming.nl gekeken welke het kon zijn. Al snel kreeg ik een reactie: ‘ik zou hem choerades fimbriata noemen. Daar lijkt hij op!' En dat bleek een zeer zeldzaam beestje te zijn. Er was er tot nu toe maar één in heel Nederland gezien. Dus vroeg een tweede vliegenkenner zich af: ‘enig idee hoe een beest meer dan honderden kilometers buiten zijn gebied opduikt? Hoe kan dat?' Nee, dat wist ik niet. En ik kon het de roofvlieg niet meer vragen, hij was gevlogen.
En zo ontstond er een week lang een discussie tussen deskundigen over een roofvlieg uit mijn tuintje. Met als slotsom, dat het toch een choerades fimbriata, ofwel gele stamjager was. Uiterst zeldzaam dus.
Roofvliegen zijn vrij kleine tot heel grote vliegen, met stevige, stekelige poten, een borstelige baard op het gezicht; daaronder een korte stevige steeksnuit en grote facetogen die elkaar nooit raken. Zowel de volwassen vliegen als hun larven zijn jagers die leven van andere insecten, voornamelijk vliegen, kleine vlinders, kevers, sprinkhanen en zelfs libellen. De vliegen jagen meestal vanaf een uitkijkpost, zoals boomstammen, -blaadjes of paaltjes en kruiden, maar ook vanaf de grond. Prooien worden in de vlucht gevangen met de stekelige poten waarbij de steeksnuit wordt gebruikt om de slachtoffers te injecteren met verlammende en verterende enzymen en ze vervolgens leeg te zuigen.