Noormannen in het Bentwoud
Actueel 306 keer gelezenZoetermeer- In deze rubriek laten experts uit de natuurwereld hun licht schijnen op natuurweetjes. Deze week schrijft Jonathan Leeuwis over trekvogels in Bentwoud.
Roodborstjes ritselen door de gevallen bladeren, een groepje vinken daalt naar de grond, boven je hoofd vliegt een groep koperwieken en in de struiken klinkt de hoge roep van de goudhaan. De najaarstrek is weer in volle gang!
Ieder najaar trekken weer miljoenen vogels vanuit Scandinavië en Siberië naar het zuiden om te overwinteren. De winters daar voor heel veel vogelsoorten veel te streng om te kunnen overleven. Met meters sneeuw en temperaturen ver onder het vriespunt, is het voor de meeste vogels onmogelijk om hier nog voedsel te vinden. Maar enkele vogelsoorten zijn opgewassen tegen deze extreme omstandigheden.
Ook in het Bentwoud merken we veel van deze massale migratie. Overal vindt je momenteel groepen vinken en kepen, hoor je groepen koperwieken in de kruinen van de bomen en zie je groepjes mezen en goudhanen al fladderend en foeragerend door het bos trekken. Wist je dat veel van deze vogels een stuk tammer zijn dan de onze? Let maar eens goed op! Veel mezen en roodborstjes uit het noorden hebben nog nooit mensen gezien in de uitgestrekte bossen waar ze broeden, of ze hebben er tenminste geen negatieve ervaringen mee. Daarom hebben ze weinig angst voor mensen, en kunnen ze soms op enkele meters naast je blijven zitten.
Veel van deze vogels trekken verder naar het zuiden, een ander deel blijft hier overwinteren. In het voorjaar trekken ze weer terug naar hun noordelijke broedgebieden, en komen onze eigen broedvogels, welke voor een groot deel overwinteren in het zuiden, weer terug naar het Bentwoud.