Voorlichting om slachtoffers van brand te verminderen

De taken van de Nederlandse brandweer zijn de laatste jaren veranderd. Voorlichting over brandveiligheid in de wijk en na een brand en lessen aan basisschoolkinderen zijn werkzaamheden waar veel aandacht aan wordt besteed. Het Streekblad bezoekt de brandweerkazerne in het Stadshart om meer te weten te komen over het landelijke project ‘Brandveilig Leven’.

Zoetermeer - Medewerkster Brandweerzorg Betty Wentink werkt sinds 1983 voor de brandweer. In die tijd is er veel veranderd. “Jaren geleden verscheen een Mansveld-rapport omdat ondanks alle vernieuwingen het aantal slachtoffer door brand maar niet omlaag ging. We vroegen ons af wat we konden doen. De conclusie was om te werken aan bewustwording en gedragsverandering van mensen. Bij bedrijven is de brandveiligheid meestal goed georganiseerd maar bij de mensen thuis helaas niet altijd”, vertelt Wentink. “Met Brandveilig Leven in de regio Haaglanden houden we ons bezig met drie speerpunten. We bezoeken 440 basisscholen met lespakketten voor groep 4, brandweerlessen voor groep 6 en met groep 8 bezoeken we het Brandweer Informatie Centrum in Delft. Een leuke en leerzame plek waar kinderen oefeningen kunnen doen en onderzoek doen naar de oorzaak van brand. Ons tweede item is dat we voorlichting geven na de brand. Soms is extra aandacht in de wijk nodig. We vertellen wat er is gebeurd en we geven voorlichting over brandveiligheid als blijkt dat verbeteringen noodzakelijk zijn. De derde pijler van de campagne is dat we als brandweer zichtbaar zijn in de wijk. We geven presentaties bij bijvoorbeeld verenigingen van eigenaren en bewonerscommissies. Ook doen we gratis huisbezoeken. Zij checken de vluchtwegen, de rookmelder(s), gasslangen en elektriciteit.”
Tijdens Betty’s loopbaan zijn er al zoveel branden geweest. “Een recente brand die mij bijstaat, was in een seniorenflat aan de Juweellaan. Het bleek dat enkele bewoners zelfs de lift gebruikten tijdens de brand en dat weinig mensen een rookmelder hadden. We proberen er voor de mensen te zijn en hopelijk daalt het aantal slachtoffers.”