‘Een nieuwe sporthal is een must’
Actueel 47 keer gelezenNico Mos
Zoebas naar Seghwaert?
Arthur van Hek is drie jaar geleden aangetreden als voorzitter van basketbalvereniging Zoebas. Een van zijn speerpunten is nog steeds, de realisering van een nieuwe sporthal. ‘We zitten nu in een fase dat we wachten op een positief besluit van het college’. Arthur legt uit waarom een nieuwe sporthal inmiddels een eerste vereiste is.
Zoetermeer - ” Er lopen, bij Zoebas, twee projecten. De ene is project ‘Alleen jij bepaalt’ waar we i.s.m. ONC Clauslaan, het Stedelijk College en het Atrium destijds zijn gestart. Het andere project is : Streetball079, in Buytenwegh, Meerzicht en in Driemanspolder bieden wij driemaal per week basketbal aan. Maar dan niet in de zaal, maar buiten op het pleintje en dat is super laagdrempelig”, steekt Arthur van wal. Ook de realisering van een nieuwe sporthal is een must. “We zitten al 30 jaar in de oude sporthal, maar de eisen worden wel steeds strenger. Door een ongeluk in deze zaal word je wederom met de neus op de feiten gedrukt. Een nieuwe sporthal is, in het kader van de veiligheid, een must gewoon. We waren in gesprek met de gemeente en met handbalvereniging Gemini om de Oosterpoort samen te gaan gebruiken. We kregen onze programma’s echter niet op elkaar. Ik sprak wel naar de gemeente toe, dat ik buitengewoon teleurgesteld ben. Wel kreeg ik de uitnodiging om mee te denken over de invulling van een sporthal in Seghwaert, waar ook kinderopvang en gezondheidszorg hun onderkomen zullen hebben. Er hebben al veel gesprekken plaatsgevonden met alle gebruikers en de gemeente. College en gemeenteraad moeten nog een besluit nemen op de business case. Daar is het wachten op.”
Ambities heeft Arthur genoeg. “Kijk, ik ben wel voorzitter van basketbalvereniging Zoebas, maar ik weiger om op de winkel te passen. Natuurlijk heb ik wel ambitie. En die is, dat ik met basketbal een grotere invloed en grotere betekenis heb op het sociaal maatschappelijk leven hier in Zoetermeer. Wij vormen a.h.w. de kinderen en we zijn overtuigd dat we daar een bijdrage in kunnen leveren”.