Maarten Boxma, arbiter op top niveau
Actueel 71 keer gelezenNico Mos
‘Ik fluit alweer 10 jaar hoofdklasse’
Hij is, als echte clubman, al vele jaren lid van hockeyvereniging MHCZ. Speelde er ook veel wedstrijden, totdat het scheidsrechtersvirus hem te pakken kreeg. Maarten Boxma (38) is destijds door de KNHB gevraagd om wedstrijden voor de bond te gaan fluiten. Inmiddels fluit hij al jaren op het hoogste niveau. Maarten legt e.e.a. uit. Namens MHCZ schoof bestuurslid arbitrage, Ronald van Hal, ook even aan.
Zoetermeer - “Ik heb hier, bij MHCZ, ruim 20 jaar hockey gespeeld. Ik begon al op jonge leeftijd, vijf jaar, bij de Puppy’s. Ik heb in alle eerste jeugdteams gespeeld en een blauwe maandag in het eerste seniorenteam”, antwoordt Maarten op de vraag hoe lang hij hockey speelde bij zijn club MHCZ. Maarten werkt in het dagelijkse leven bij Achmea Rechtsbijstand en is daar senior jurist met o.m. arbeidsrecht en ambtenarenrecht in zijn portefeuille. “Ik ben hier bij mijn oude club, omdat ik dadelijk een presentatie geef over zaalhockey en een demonstratiewedstrijd fluit in deze mooie hal”, vervolgt Maarten.” Ronald heeft mij hiervoor gevraagd. Omdat je iets terug wil doen voor de club ging ik (jeugd) wedstrijden fluiten. Het fluiten lag mij eigenlijk wel, ook toen ik zelf nog hockey speelde bij de jeugd. Er was ooit een rapporteur die voor een bondswedstrijd kwam kijken en mij na afloop vroeg: ‘Zou je niet wedstrijden voor de bond willen fluiten? Dat leek mij wel leuk en zo ben ik er eigenlijk ingerold. Steeds een stapje hoger, maar op een gegeven moment koos ik helemaal voor het scheidsrechter zijn. Ook omdat ik op een dusdanig hoog niveau ging fluiten, dat spelen en scheidsrechter niet meer samen ging. Mijn eerste wedstrijd voor de bond staat mij nog helder voor de geest, dat was jongens B1 KZ – Pinoke B1.”
Fit
Maarten is inmiddels voor het tiende seizoen, scheidsrechter op het hoogste niveau in Nederland en dat is de hoofdklasse. “Omdat we moeten voldoen aan de internationale fitheidscriteria zijn de fitheidseisen bij de bond, strenger geworden. Je moet bijna net zo fit zijn als de spelers.”