De kauw
Actueel 693 keer gelezenZoetermeer- In deze rubriek laten diverse experts uit de natuurwereld hun licht schijnen op leuke, bijzondere natuurweetjes. Deze week vertelt bioloog Winfried van Meerendonk over een heel sociale vogel: de kauw.
Wie kent hem niet?
Kauwen rekenen we tot de familie van de kraaiachtigen of Corvidae. Ze zijn verwant aan de zwarte kraai, roek, gaai, ekster en niet te vergeten de raaf. In de wintermaanden zijn ze in grote groepen te zien wanneer ze van en naar de slaapplaatsen vliegen. In het voorjaar bezetten ze de broedplaatsen. Dat kunnen holle bomen, schoorstenen (voorkom bezetting), nestkasten die voor de bosuil bestemd zijn en zelfs wel konijnenholen zijn.
Gek genoeg worden deze vogels vaak voor kraaien aangezien maar kauwen zijn niet veel groter dan een stadsduif. Bekijk ze maar eens goed wanneer ze u voor de voeten lopen in het Stadshart.
In de broedtijd zijn de paren onafscheidelijk; ze zitten knus tegen elkaar aan om elkaars kopveren te verzorgen en zo de paarband te versterken. In groepen blijven de paartjes ook bij elkaar maar dat valt dan minder op, tot ze ergens gaan zitten.
Als kind heb ik eens een tamme kauw gehad (niet meer toegestaan tenzij in gevangenschap geboren en geringd). De vogel was door een onverlaat gekortwiekt en kon geen kant meer op.
In de lange zomervakantie wist ik de kauw weer op te kalefateren. Hij of zij wilde telkens op mijn schouder zitten, maar zo’n snavel in je oor is geen pretje.
Ook in de kunst komen kauwen voor. Zo is kunstenaar Achilles Cools in België onafscheidelijk verbonden met kauwen. Kijk maar eens op zijn website: https://achillescools.be